Afbeelding
Foto: Jan van den Berg

GSV: Voormalig bolwerk van voetbaltalent

Sport

GSV viert 110-jarig bestaan bescheiden. De Goudse Sport Vereniging verwacht veel van de ‘Wall of Fame’ met foto’s en krantenknipsels van het rijke verleden.

GOUDA • De viering van het 100-jarig bestaan liet GSV in 2013 aan zich voorbijgaan. De club uit Gouda-Oost beschikte toen over twee teams en had moeite het hoofd boven water te houden. Tien jaar later doet de nu 110 jaar oude Goudse Sport Vereniging een nieuwe poging om een feestje te bouwen.

De tijd is er rijp voor. Voorzitter Fred Zorg, commissielid Rik Brem en trainer Dick Vleggeert zijn de motoren achter de jubileumviering. ,,Van ons mogen best meer leden aanschuiven om activiteiten te organiseren”, zegt Fred Zorg. ,,Het komt nu op een klein groepje aan. We hebben weliswaar een bescheiden budget, maar willen toch een keer flink in de bus blazen.” Rik Brem knikt instemmend. ,,GSV is een club waar mensen te porren zijn voor een eenmalige klus. Als het dak van de kantine waait, staan hier meteen tientallen leden klaar. In de toekomst kijken of iets regelen is een heel andere zaak. Dan moet je iedereen steeds aan zijn jasje trekken.”

Daarom kunnen beiden nog niet te veel vertellen over de festiviteiten in de maand juni. Vaststaat dat op de officiële oprichtingsdatum woensdag 21 juni een receptie wordt gehouden in het clubgebouw. Op zaterdag 24 juni zou dat kunnen worden vervolgd met een toernooi voor Goudse en regionale voetbalclubs. ,,Dat moeten we nog invullen”, zegt Fred Zorg. ,,We hadden aanvankelijk een wedstrijd tegen oud Feyenoord in ons hoofd, maar dan dien je daar wel een paar duizend euro voor uit te trekken. Dat hebben we niet. Het benaderen van sponsors of opzetten van acties is nog niet gebeurd. GSV telt slechts honderd leden. Je mag geen wonderen verwachten.” 

De lat wordt dus niet te hoog gelegd. Zorg en Brem zijn al blij als GSV een ‘Wall of Fame’ op kan tuigen om het verleden te laten herleven. ,,Dan moet je denken aan een tentoonstelling met oude foto’s, krantenknipsels, herdenkingsglazen, vlaggetjes; noem maar op. In 1988 is zoiets gelukt bij het 75-jarig bestaan. Dat spreekt iedereen aan. Zo’n eerbetoon is letterlijk het feest der herkenning.” Want GSV heeft qua voetbaltalent een rijke historie. De club, die destijds aan de Bodegraafsestraatweg huisde, telde diverse grootheden als Kees Brem, Piet de Jong, ‘kleine’ Gerrit Bogaard en Renke Prevo. Brem en De Jong konden elkaar niet luchten of zien, maar ze schopten de groen-witten in een paar seizoenen van de vierde naar de eerste klasse. 

Kees Brem’s zoon Rik herinnert zich meer dan duizend toeschouwers bij belangrijke wedstrijden in de hoogste amateurklasse. ,,Ik keek zelf niet. Ik was altijd aan het ravotten of voetballen op het andere veld.” Dat zijn vader een begaafde spelmaker was, moest hij regelmatig horen toen hij zelf als centrale verdediger in het eerste voetbalde. ,,Dan zei een supporter tegen mij: ‘Rik, je hebt prima gespeeld, maar je vader was beter’. Daar was ik niet zo blij mee. Mijn vader haalde zijn schouders op toen hij dat vernam. ‘Maak je niet zo druk om dat geouwehoer. Heb je lekker gespeeld? Dat is toch veel belangrijker’.

Rik Brem (56) zette vroegtijdig een punt achter zijn voetballoopbaan en ging verder als handballer bij Vires et Celeritas. ,,De hele familie was lid van die vereniging. Mijn vader wisselde voetbal af met veldhandbal in de zomer. Hij was ook scheidsrechter en trok zich van niemand iets aan. Ik was vroeger een druktemaker, een stresskip. Dat veranderde nadat ik acute leukemie overleefde. Vijftien jaar geleden was ik op sterven na dood. Stamcellen, chemo en bestraling voorkwamen dat. Sindsdien kan ik alles prima relativeren.” 

Fred Zorg (63) woonde ooit een tijdje in Zwolle, maar liet zijn GSV-hart weer kloppen toen hij terugkeerde naar Gouda. ,,Ik hoop dat deze vereniging weer tot bloei komt. We zouden graag een jeugdafdeling willen hebben, maar dan moeten meer leden de kar trekken om dat rond te krijgen. Er is vraag naar voetbal voor de allerjongsten, de kabouters, maar we kunnen dat verzoek nog niet beantwoorden.”

Pieter van der Laan