• Schoonmaker Richard van Zomeren.
• Schoonmaker Richard van Zomeren. Foto: Sandra Zeilstra

'Iedereen verdient een schone kamer'

Ook in zijn vrije tijd poetst de dieren- en muziekliefhebber wat af. Al op de basisschool mocht hij dikwijls de conciërge helpen; daar begon zijn liefde voor het vak. Hij werkte jaren in een snackbar, die dankzij zijn poetsdrift de vijfde plek haalde in de 'Cafetaria Top 100'-ranking. Toen hij een aantal jaren geleden zijn buurvrouw bezocht in het ziekenhuis, ontstak een zingende én schobbende schoonmaker destijds zijn vuur. "Dit wil ik ook", dacht Richard.

Inmiddels voelt Richard zich als een vis in het (schone) water. "Het is gewoon leuk in het ziekenhuis. Geen één dag is het zelfde." Het zelfstandig werken is erg prettig en hij komt overal: van isolatiekamers, trappen, liften, gordijnen tot bloed- of overgeefsporen, of bijspringen als andere collega's hulp of onderdelen nodig hebben. 

Richard doet het allemaal met evenveel toewijding. "Behalve als IC belt,", bekent hij. Op deze afdeling maakt hij de speciale isolatiekamers schoon, gekleed in pak. Om besmettingen te voorkomen moet Richard daar nauwgezet iedere millimeter ontsmetten, dat is zwaar, maar hoort er natuurlijk ook bij. "Richard, ik heb een IC voor je!" Zo willen collega's hem weleens plagen.

Altijd belangrijk

Corona zette zijn beroepsgroep in de spotlights, er werd geklapt voor het zorgpersoneel. "Dan merk dat je belangrijk werk doet," vertelt hij, terwijl hij zelf liever op de achtergrond blijft. Toen de eerste covidpatiënten in het GHZ werden opgenomen, waagde alleen hij het om de isolatiekamers te reinigen. "Niemand durfde. Iedereen vond het eng." Richard zelf is ziektekiemen gewend en vindt bovendien stellig dat iedereen een schone kamer nodig heeft. Hij ervoer wel een beetje spanning - vooral door de media. 

De patiënten hier waren daarentegen aanspreekbaar, "Het was gewoon mijn werk, en nog steeds." Van de lockdown kreeg Richard weinig mee. Hij was soms zeven dagen in de week aan het werk. Er was een groeiende maatschappelijke waardering voor schoonmakers in de covidperiode, maar ‘voor mij is het altijd al belangrijk geweest.’

Als schoonmaker kijk je niet op een kwartiertje

"Maak schoon, zoals je zelf ook ontvangen wilt worden." Dit Bedrijfshygiëne-motto neemt Richard heel serieus. Als medewerker bedrijfshygiëne ben je een vakman: ‘Oog voor detail, interesse, patiënten een fijn gevoel willen geven, maar dan ook écht alles schoon". En dit alles in een krap tijdsbestek. "Dat is een echte schoonmaker, die niet op het kwartiertje kijkt", aldus Richard, die in de loop der jaren wel steeds beter leerde om "nee" te zeggen.

Groeiend probleem

Ook is vakkennis belangrijk. In het GHZ krijg je cursussen over het werk zelf, verspreiding van ziektekiemen en - heel belangrijk - over het juiste desinfecteren van je handen. Dat moet je hier de hele dag door doen. De meeste oppervlakten worden echter alleen met water en een speciale doek schoon gemaakt. Richard legt uit dat bacteriën of virussen niet tegen reinigingsmiddelen resistent mogen worden, een groeiend probleem binnen de zorg. Wel wordt er voor ieder nieuw oppervlak weer een nieuw bevochtigd doekje gebruikt.

In dit beroep kan je absoluut niet zeggen: "Ach, dat doe ik morgen wel!" In het ziekenhuis zijn anderen afhankelijk van jou. Desondanks ervaart Richard weinig werkdruk: "Ik zie die druk niet, een kamer komt toch schoon." Richard waardeert de fijne sfeer in het GHZ juist. 

Er wordt veel gelachen, ook door en met het medische personeel. Maar van slordigheden of onzorgvuldige omgang met isolatievoorschriften maakt hij weleens melding. Qua assertiviteit is de kwaliteitsgerichte employé de afgelopen jaren enorm gegroeid. Toen hij net begon, kreeg hij weleens zweetaanvallen door werkstress en onzekerheid.

Richard hoopt dit tot aan zijn pensioen in het GHZ vol te houden. Het belangrijkste blijft: "Plezier hebben in je werk, ik blijf voor altijd bij de bedrijfshygiëne." Doorgroeien hoeft dan ook niet voor Richard, leidinggeven al helemaal niet. Voor het aansturen en controleren van mensen zou hij vermoedelijk veel te streng en perfectionistisch zijn.

Even stil

Een ziekenhuis bestaat bij de gratie van ziekte en lijden. Hoe beleeft Richard dit aspect? "Ik kom altijd als iemand weg gaat of net is overleden", licht Richard toe. "Het hoort erbij. Daar wen je op een gegeven moment aan." Laatst maakte Richard nog mee dat hij iets te vroeg was gebeld en een kamer wilde reinigen waarin op dit moment de overleden patiënt nog steeds lag. Op zo'n moment wordt Richard wel even stil. Hij vindt het vooral voor de overledene zelf alsmede de nabestaanden erg. Langs heftige situaties of sterfgevallen loopt hij steevast rustiger en eerbiediger. Richard vertelt dat hij altijd wat bewuster met de dood bezig is geweest. Al langer staat vast dat hij na zijn eigen overlijden zijn lichaam afstaat aan de wetenschap.

Gewetensvol

En zo liggen lief en leed soms pijnlijk dicht bij elkaar - evenals in Richards dierbare ziekenhuis waar hij regelmatig ook soms best grappige momenten meemaakt. Bijvoorbeeld wanneer hij voor arts of verpleegkundige wordt aangezien, of naar medicatie gevraagd wordt. Zelfs een glaasje water mag hij echter nooit geven. Bij bepaalde aandoeningen kan dit onschuldige, goed bedoelde water gevaarlijk worden. Ook hier houdt de gewetensvolle medewerker Bedrijfshygiëne zich natuurlijk altijd aan de regels.