• Eric Scholtes in zijn praktijk.
• Eric Scholtes in zijn praktijk. Foto: Fotoburo Martin Droog Gouda NL

Osteopaat Eric Scholtes werd ook weleens ‘de babyfluisteraar’ genoemd

Algemeen

GOUDA • Hij begon als gymnastiekleraar, werd fysiotherapeut maar vond uiteindelijk zijn interesse in de ostheopatie. Thuis wordt hij ook weleens ‘de babyfluisteraar’ genoemd: hij heeft veel Goudse ouders van huilbaby’s weer rust gegeven door zijn behandelingen. ‘Ik zie werk als een mooie vorm van vrijetijdsbesteding,’ zegt hij. ‘Maar nu ik 70 ben, is het toch echt tijd om te stoppen.’

Zijn praktijk aan de Noorderwerf startte hij in 1986. Het begon op een braakliggend terrein in een tijdelijke woonunit, ‘niet esthetisch verantwoord’ zegt hij er zelf over. Langzaam bouwde hij zijn praktijk met succes op. Met veel toewijding zorgde hij voor zijn cliënten. ‘Ik wil graag snel resultaat hebben, ik ben ongeduldig. Ik probeer het lichaam helpen zich beter te maken, het zelfhelend vermogen van het lichaam te activeren en de blokkades weg te halen. Soms lukt dat heel snel, soms heb je wat meer geduld nodig.’

Hij begon als fysiotherapeut, later ook als manueeltherapeut, maar vond de osteopathie veel interessanter. ‘Osteopathie gaat er vanuit dat er 3 systemen zijn in het lichaam, die altijd met elkaar in verbinding staan. Als je een bepaalde klacht hebt, kan de oorzaak ergens anders vandaan komen. De osteopathie is veelomvattender dan fysiotherapie. Je kijkt naar het totaalplaatje en dat maakt de behandeling soms anders dan je zou verwachten. Je kunt veel meer kanten op en veel gerichter werken.’

Storing weghalen

Huilbaby’s werden in de loop der jaren een van zijn specialismen. ‘Er zijn veel baby’s door mijn handen gegaan. Een kind kan een bepaalde voorkeurshouding of voorkeursrotatie hebben of overstrekken. De houdingsreflex wordt geregeld in de nek. Daar worden ook de zenuwen geschakeld. Voor de behandeling kijk je o.a. hoog in de nek, of daar iets stoort. Het gaat erom om de ruis op de lijn weg te halen.’

Toen hij de pensioengerechtigde leeftijd haalde, dacht hij er niet aan om te stoppen. ‘Ik heb nooit het idee gehad: nu moet ik stoppen. Het was geen last voor mij, integendeel. Ik probeer iets in te zetten en het geeft resultaat. Als mijn patiënten tevreden en blij waren, was ik dat ook. Nu heb ik de leeftijd van 70 jaar bereikt en wordt het toch tijd.’

Meerdere talen

Hij heeft geen moeite om zijn vrije tijd te vullen. ‘Ik heb een paard waarmee ik spring en cross, ik lees veel en ik heb 4 kleinkinderen.’ Daarnaast leert hij meerdere vreemde talen. ‘Dat is een beetje een uit de hand gelopen hobby.’ Nog steeds zou hij wel kunnen doorgaan met zijn werk. ‘Ik zie vaak cursussen voor bij- en nascholing voorbij komen en nog steeds denk ik: dat is leuk, dat wil ik leren. Maar mijn vrije tijd, die ga ik nu anders besteden.’