Willem van Amelsfort als militair en als pensionado.
Willem van Amelsfort als militair en als pensionado. Fotobewerking: Marianka Peters

'We gingen vrijwillig naar Nieuw-Guinea'

Goudse Veteranen vertellen

gouda • In Gouda wonen meer dan tweehonderd veteranen, die korter of langer geleden huis en haard hebben verlaten om zich ergens in de wereld in te zetten voor vrede en veiligheid. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal. Soms zijn deze verhalen bij weinigen bekend. Het Veteranennetwerk Gouda wil veteranen uit Gouda de gelegenheid geven hun verhaal te vertellen. In deze rubriek gaan de twee Goudse veteranen Marien Klein en Harry van den Brink in gesprek met deze veteranen. Deze keer met de heer Willem van Amelsfort.

Willem van Amelsfort is in Gouda bij veel mensen bekend omdat hij jaren heeft gewerkt als ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij heeft meer dan duizend huwelijken gesloten. Sommigen zag hij vaker en volgens Willem heeft hij iemand weleens voor de derde keer getrouwd. Ook is hij nog jaren op andere manieren actief geweest, bijvoorbeeld in het bestuur van de avondvierdaagse. De laatste jaren doet Willem van Amelsfort het wat rustiger aan.

Even voorstellen

"Ik ben Willem van Amelsfort, majoor buiten dienst van de Grenadiers. Ik ben nu 88 jaar. Samen met mijn vrouw Jet hebben wij vier kinderen. Ik was 19 toen ik in 1953 voor mijn dienstplicht bij de infanterie in Ermelo opkwam. Ik werd dienstplichtig officier en ben daarna beroepsmilitair geworden tot aan mijn Functioneel Leeftijd Ontslag. Ik ben voor mijn werk op vele plaatsen geweest zoals in Arnhem, Nieuw-Guinea, Dordrecht, Den Bosch, Ermelo, Suriname, Den Haag en Gouda. Nadat we uit Suriname terugkwamen zijn we gaan wonen in Gouda in het huis waar we nu alweer 47 jaar wonen."


Waar bent u op uitzending geweest en wat was uw werk daar?

'We zijn wel beschoten, maar ik heb eigenlijk zelf nooit hoeven schieten'

Ik ben in 1961 voor anderhalf jaar op uitzending in Nieuw-Guinea geweest; we maakten die reis per boor. Ik was toen al beroepsmilitair in de rang van eerste luitenant en mijn functie was pelotonscommandant. Het was onze taak om daar een vliegveldje te bewaken, dat was in een plaats die Kaimana heette. We zaten afwisselend vier weken op het vliegveld en daarna vier weken in de barakken. Deze barakken lagen op ongeveer vijftien kilometer afstand.

We waren met vier pelotons binnen onze compagnie in deze plaats aan het werk. We hebben tijdens onze uitzending wel eens wat incidenten gehad en we zijn ook wel eens beschoten geweest, maar dat ging vanzelf over. Ik heb eigenlijk zelf nooit hoeven te schieten. Ik heb wel een keer Papoea’s die gevangen genomen waren moeten vervoeren. We gingen af en toe op patrouille in de bossen. We hadden met die mensen goed contact.

De onderlinge relatie met de manschappen was ook goed. Ik heb daar geen moeilijke tijd gehad en heb genoten van de mensen, de natuur en het eten daar."

Hoe vond u het om naar Nieuw Guinea te gaan?

"We gingen naar Nieuw-Guinea op basis van vrijwilligheid, net als alle anderen. Ik heb daar een mooie tijd gehad. We waren daar om de mensen te ondersteunen en te beschermen en dat hebben we toen gedaan. Nederland wilde Nieuw-Guinea behouden en wilde het beschermen tegen Indonesische invloed. Later hebben we het als Nederland toch afgegeven, maar ik was er toen al klaar mee. Dat was na mijn tijd en ik was er niet meer mee bezig."

Kunt u iets vertellen over uw tijd in Suriname?

"De plaatsing in Suriname wilde ik graag vanwege mijn goede ervaringen in Nieuw-Guinea. Ik werd daar geplaatst als kapitein verbindingsofficier voor de commandant van de Nederlandse troepen in Suriname. We werkten daar samen met Nederlandse en Surinaamse militairen. Samen met ons gezin hebben we toen drie jaar in een mooi huis in Paramaribo gewoond. Dat was een goede periode waar we allemaal met veel plezier aan terugdenken. Het eindigde in 1975, vlak voor de onafhankelijkheid van Suriname. Hoewel we nog wel hadden willen blijven mocht dat niet meer. Ook merkten we dat kort voor de onafhankelijkheid de spanningen wat opliepen, maar dat ging niet zo ver dat we ons onveilig voelden. De sfeer was in drie jaar tijd sterk veranderd. Na Suriname zijn we in Gouda gaan wonen."