Joost Visbeen.
Joost Visbeen. Foto: Marianka Peters

Sadistische Goudse kroegbaas

gouda • We gaan weer terug in de tijd, naar het jaar 1985. Aan de Hoge Gouwe was een leuk café gevestigd, dat de naam Carte Blanche droeg. Het werd gerund door de 33-jarige Otto H. De naam van het café verwijst naar ‘volledige vrijheid’, de vrije hand krijgen en zaken naar geheel eigen inzicht invullen. Welnu, de uitbater bleek dit later wel erg letterlijk te nemen.

Het café werd door de gegoede burgerij en veel jeugdigen goed bezocht, doch ook minder frisse figuren frequenteerden het etablissement. Zoals het een goed rechercheur betaamt kreeg deze daar lucht van. Het bleek dat handelaren in verdovende middelen in dit café een goede afzetmogelijkheid zagen.

Menige knokpartij

Ook de minder in aanzien staande motorrijders en hun beruchte club, zoals in een eerder verhaal belicht, bleken er vaste klant te zijn. Door het vele drankgebruik van deze lieden ontstond menigmaal onenigheid, wat vaak uitmondde in een knokpartij, waardoor uiteindelijk de sfeer verslechterde. Al snel deden geruchten de ronde dat de uitbater van het café sadistische trekken begon te vertonen.

Sigarettenpeuken op de huid

Vanwege de diefstal van een grote partij hasj had Otto H. in zijn café twee mannen vastgehouden en in zijn woning aan de Dunantsingel nog een derde persoon. Voor hun vrijlating eiste hij als compensatie van familieleden een vergoeding van twintigduizend gulden. Bij de vrijheidsbeneming, ofwel gijzeling van de drie mannen ging het er allesbehalve zachtzinnig aan toe. Hij dreigde de familieleden geslachtsdelen af te snijden als ze niet tot betaling zouden overgaan. Met de loop van een vuurwapen drukte hij sigarettenpeuken op de lichamen van de mannen uit. Bij een had hij zelfs een strop om het hoofd gelegd en dreigde met de dood door ophanging. Uiteindelijk bleek een familielid bereid om het geëiste bedrag te schokken, waarna een van de gegijzelden na vier dagen werd vrijgelaten, waarna de andere twee enige tijd later volgden. De gegijzelden hebben naderhand belastende verklaringen afgelegd. 

Otto H. verdedigde zich door te stellen dat hij zich van de wandaden niets herinnerde

Honderd euro voor marteling

Gedurende het rechercheonderzoek kwam tevens aan het licht dat Otto H. ook mensen ronselde om personen die hem in zijn optiek iets hadden aangedaan tegen een geldelijke vergoeding te mishandelen. Zo werd bekend dat hij zowel een Gouwenaar als een Moordrechtenaar honderd gulden had betaald om een en ander tot uitvoering te brengen. Dit tweetal verrichtte hun opdracht met zoveel verve dat een slachtoffer met een gebroken kaak in het ziekenhuis belandde en zes weken gevoed moest worden met vloeibaar voedsel. Een dergelijk misdrijf wordt beschouwd als ‘uitlokking tot het plegen van een strafbaar feit middels een gift’. Bij een huiszoeking in Carte Blanche werd tussen het plafond een pistool en een hoeveelheid daarbij behorende munitie gevonden. Het personeel werd uitvoering verhoord, waarbij bleek dat zij op de hoogte waren van de gijzeling.

Koning van de onderwereld

Wat eens als een van de leukste cafés van de stad werd gezien, was verworden tot een bron van ellende. Gelukkig werd het, dankzij de open ogen en oren van de recherche, op tijd de kop ingedrukt.
Tijdens de terechtzitting schetste de Officier van Justitie een overvloed aan bewijs tegen de uitbater, waarbij hij de rechtbank de gruwelijke foto's toonde van de toegebrachte verwondingen op de lichamen van de mannen. De Officier betitelde Otto H. als de koning van de onderwereld, een 'kwaad gezwel in de Goudse maatschappij' en eiste voor alle door de uitbater gepleegde strafbare feiten een gevangenisstraf van vijf jaar. De uitbater probeerde zich ervan af te maken door te verklaren zich niets van de tenlastelegging te kunnen herinneren en dat iemand hem erin probeerde te luizen. De rechtbank maakte daar korte metten mee en wist wel raad met deze sadistische dader. Zodoende werd hem een jarenlange gevangenisstraf opgelegd.