Adrie Vergeer met zijn kleine grote trots: de Violetta. "We speelden er veel mee in tehuizen."
Adrie Vergeer met zijn kleine grote trots: de Violetta. "We speelden er veel mee in tehuizen." Foto: Karl Flieger

Adrie Vergeer ontdekte het orgel bij vader op de fiets

'Ik wist meteen, dát wil ik ook!'

Adrie Vergeer mag dan inmiddels 71 zijn, de bekende Gouwenaar geniet nog elke dag van zijn grote liefde: orgels. Hij bouwt er momenteel zelfs eentje in zijn werkplaats aan de Punt. Een indrukwekkend monnikenwerk. Over twee jaar moet hij klaar zijn. "Dan ga ik er heerlijk in mijn eentje van zitten genieten, met een biertje erbij."

Een leven zonder zijn orgels, Adrie kan en wil het zich niet voorstellen. Sinds die eerste keer in het stuurmandje op de fiets bij zijn vader, hij zal een jaar of vier zijn geweest, zit de liefde voor de mobiele sfeermakers in elke vezel van zijn lijf. Hij bouwt ze, bedenkt en componeert de muziek en staat bij gelegenheid nog met een orgel in Gouda te spelen. "Ik weet nog goed dat mijn vader op zaterdagen tegen me zei: 'Kom op, Aad, we gaan een stukje fietsen, misschien komen we wel een orgel tegen'. Hij wist dat natuurlijk al van tevoren, maar ik vond het spannend. Dat orgel en die mannen erbij, dat vond ik als kleuter magistraal. Ik herkende natuurlijk nog niet de arrangementen, maar ik voelde dat alles klopte. Daar is mijn fascinatie begonnen."

Gebroeders Tom

Adrie ziet ze nog zo voor zich: de gebroeders Tom, de bekende Goudse orgelmannen uit de jaren na de Tweede Wereldoorlog. "Mijn vader hielp die broers vaak, als ze met de Lekkerkerker door Gouda reden. Hij stond dan ook wel te mansen, je weet wel, schudden met het centenbakje. Ik geloof dat die term in Amsterdam is bedacht. Daar was het in het begin van de vorige eeuw een en al orgelmuziek. Van daaruit is het overgewaaid naar vooral Gouda, Delft en Leiden."

"Die gebroeders Tom moesten keihard werken voor hun centjes, hoor. De hele dag draaien en dat orgel door de stad duwen. Moet je je voorstellen, dat ging nog zonder motor en remmen was ook een hele kunst, als je van een brug af kwam. Gelukkig waren er in die tijd nog weinig auto's in de stad, dus ze konden de stoepranden gebruiken als stootband. Ik hoor nog het geluid van de houten spaakwielen met die ijzeren banden. Ze lieten elke straatsteen kraken, prachtig. Je wist dan: het orgel komt eraan!"

Vader hield van muziek

'Kom, Aad', zei mijn vader, 'misschien zien we het draaiorgel in de stad'

De broers Tom waren broodmager, herinnert Adrie zich. "Wat wil je, als je zo veel arbeid moet verrichten. Ik zie ze ook nog even uitblazen met een shaggie, want je kan natuurlijk niet de hele dag doorgaan. Dat beeld van die orgelmannen is me altijd bijgebleven. Maar toch eigenlijk vooral de muziek."

Die liefde heeft Adrie van zijn vader, zegt hij. "Mijn vader was liefhebber van orgelmuziek, maar eigenlijk vooral van Franse accordeonmuziek. Als ze dat op het orgel speelden, werd hij daar helemaal gelukkig van."

Zelf ontwikkelde Adrie zijn eigen muzieksmaak. Het leverde hem zelfs een plekje op in de lokaal wereldberoemde band Light. "Dat was in het begin van de jaren zeventig. We deden mee aan een talentenjacht die was georganiseerd door het Franse platenlabel Barclay. Nee, we speelden geen rock and roll, meer de kant van Exception, de band van Rick van der Linden. Die gebruikten veel klassieke invloeden, onder andere van Bach. Wij deden dat ook en de directeur van Barclay vond het prachtig, we mochten een plaat maken. Jammer genoeg is daar nooit iets uit gekomen. Op een gegeven moment is zelfs mijn Hammondorgel bij een brand helemaal vernield. Ik had hem net afbetaald, toen iemand op Oudjaarsavond per ongeluk een vuurpijl in het depot naar binnen schoot. Dag, Hammondorgel..."

Zijn we in het buitenland?

Zonder Hammondorgel, maar met nog steeds de liefde voor muziek, legde Adrie Vergeer zich in de jaren erna toe op het vermaken van Gouda en omstreken. "Ik heb vanaf de jaren tachtig heel veel op straat gespeeld. Vooral met de Pansfluiter, een orgel van nu 122 jaar oud. In de beginperiode kwamen mijn vrouw Riet en ik nog vaak in de buitenwijken van Gouda. Al die kinderen die met hun dubbeltjes en kwartjes naar ons toe kwamen. We hadden een band met de mensen. Dat is in de loop der tijd anders geworden. Het werd veel drukker met auto's, je stond altijd wel ergens in de weg. Daarom spelen we nu alleen nog in het centrum en dat is best nog een succes. Vooral toeristen vinden het orgel nog steeds interessant. Bij de start van de kaasmarkt hadden we zelfs een beetje het gevoel dat we in het buitenland stonden. Leuk."

Violetta

En dan is er nog dat kleine orgel, de Violetta. Door Adrie zelf gebouwd in de jaren zeventig en nog steeds in bedrijf. Alhoewel? "We hebben er voor corona veel mee gespeeld in tehuizen, omdat het in de lift paste. Je speelt dan vaak voor demente mensen, die na een paar liedjes hun vroegste herinneringen terugkrijgen en mee gaan zingen. Dat is bijzonder, maar ook emotioneel. Ik weet niet of ik dat nu nog kan opbrengen."