Oud-rechercheur  Joost Visbeen haalt oude herinneringen op uit zijn carriére  aan Buro Houtmansgracht.
Oud-rechercheur Joost Visbeen haalt oude herinneringen op uit zijn carriére aan Buro Houtmansgracht. Foto; Marianka Perers

Verlies zelfbeheersing werd Peter fataal

De Goudse oud-rechercheur Joost Visbeen is bekend als de Goudse Baantjer vanwege zijn politiethrillers. Hij beschikt over een ijzeren geheugen. In deze rubriek blikt Visbeen terug op zijn werkzame jaren op het hoofdbureau van politie Houtmansgracht, waar dingen gebeurden die de krant niet of nauwelijks haalden.

gouda • Zaterdag 6 augustus 1989 werd rond de klok van 02.30 uur in het Sint Jozefpaviljoen de 3-jarige kleuter Peter op de Eerste Hulp ter behandeling door de vriend van zijn moeder binnengebracht.

Peter toonde kwetsuren over zijn gehele lichaam en de dienstdoende arts kon slechts constateren dat de kleuter al aan de gevolgen van de kwetsuren was overleden. Aangezien het geen natuurlijke dood betrof werd de gemeente-arts en de politie gewaarschuwd.

Uit de lijkschouwing en sectie bleek dat het kind was overleden aan inwendige bloedingen en dat er sprake was van gebroken ribben. In het door de patholoog anatoom opgestelde sectierapport werd geconcludeerd dat de kleine Peter door geweld om het leven was gekomen.

Diezelfde nacht startte met zes rechercheurs politieonderzoek en werd P.K., de 24-jarige vriend van de moeder, in het ziekenhuis aangehouden.

P.K. verkeerde onder invloed van speed en werd verdacht van mogelijke betrokkenheid bij de dood van de kleuter. In de loop van de dag werd de 22-jarige moeder van Peter, alsmede haar 18-jarige halfbroer eveneens aangehouden als gevolg van tegenstrijdigheden in de afgelegde verklaringen. Moeder en zoon woonden na haar scheiding in een flat in de wijk Oosterwei. Haar nieuwe vriend, P.K., trok later bij haar in.
Op zich leek er niets aan de hand.

Op de avond voor het ongeval kreeg de moeder bezoek van haar halfbroer en met z'n tweeën besloten ze te gaan stappen in de binnenstad van Gouda. P.K. was toen al op bezoek bij vrienden. Peter bleef alleen in zijn bedje achter. 

Omstreeks middernacht kwam P.K. thuis. Hij trof Peter kreunend op de vloer van de woning aan en hij constateerde dat de kleuter niet geheel in orde was. Aangezien zijn vriendin wegbleef en Peter zienderogen achteruit ging, besloot hij uiteindelijk om hem naar het Sint Jozefpaviljoen aan de Graaf Florisweg te brengen. Daar aangekomen bleek de peuter volgens de aanwezige arts al te zijn overleden.

De politieverhoren van de moeder en haar halfbroer die na een avondje stappen, waarbij de nodige alcohol was genuttigd, waren thuisgekomen, leverden geen enkel aanknopingspunt op omtrent hetgeen de kleine Peter was overkomen.
Ze verklaarden dat zij bij thuiskomst zagen dat er van binnenuit aan het slot van de voordeur was geknoeid en was beschadigd en dat de woonkamer overhoop was gehaald. De technische recherche bevestigde dit verhaal en kon geen verdere bijzonderheden in en aan de woning vaststellen die enig licht zouden kunnen werpen op dit drama.

Het in de avond van die zaterdag gehouden buurtonderzoek leverde niets op. Niemand had iets gezien of waargenomen. Het horen van vrienden en familieleden leverde evenmin aanwijzingen op.
Niets wees er op dat het kind eerder het slachtoffer van mishandeling zou zijn geweest. De drie aangehouden verdachten verklaarden herhaaldelijk, ondanks de warrige en tegenstrijdige verklaringen, geen schuld te hebben aan de dood van Petertje.

Na langdurig verhoren bekende P.K. uiteindelijk op de derde dag na zijn arrestatie de kleuter zodanig te hebben mishandeld dat hij de dood vond. 

Zoals hiervoor reeds gemeld was hij in de nacht van vrijdag op zaterdag rond het middernachtelijk uur thuisgekomen van vriendenbezoek, waarbij drank en speed rijkelijk was gebruikt. 

Hij trof slechts Peter slapend in zijn bedje aan. Van zijn vriendin geen spoor en hij maakte zich kwaad dat ze niet thuis was. Op enig moment werd het kind wakker en begon om zijn moeder te roepen. Hij is naar de slaapkamer gegaan en probeerde het kind te sussen, maar het begon steeds harder te huilen en zelfs te krijsen. 

Hij werd er stapelgek van en heeft toen uit onmacht het manneke op de buik en bovenlichaam meerdere keren langdurig met kracht gestompt. Net zo lang tot het ophield. 

Tot bezinning gekomen realiseerde hij zich enige tijd later wat hij had gedaan. In het besef welke consequenties zijn daad kon hebben, ensceneerde hij een woninginbraak door het slot van de voordeur te forceren en de woonkamer overhoop te halen. In afwachting van de thuiskomst van zijn vriendin lag Peter roerloos in zijn bedje. Toen dat echter te lang duurde besloot hij het kind aan te kleden en hem dan maar zelf naar het ziekenhuis te brengen.

Zijn eerdere verklaring dat hij Peter krimpend van de pijn op de vloer van de woning had aangetroffen trok hij in. 

Na deze bekentenis werden de moeder en haar half broer op last van de officier van justitie in vrijheid gesteld. 

Joost Visbeen


Ter bescherming van de auteur en de redactie van deze krant en uit piéteit met de nabestaanden zijn de namen gefingeerd.

Wilt u reageren? Stuur een mail naar: redactie.goudsepost.nl.