• De Goudse oud-rechercheur Joost Visbeen dook weer eens in  de archieven. Inzet: begrafenis van de vermoorde jongen.
• De Goudse oud-rechercheur Joost Visbeen dook weer eens in de archieven. Inzet: begrafenis van de vermoorde jongen. Foto's: Marianka Peters

'Ik heb dit beslist niet gewild'

De Goudse oud-rechercheur Joost Visbeen is bekend als de Goudse Baantjer vanwege zijn politiethrillers. Hij beschikt over een ijzeren geheugen. In deze rubriek blikt Visbeen terug op zijn werkzame jaren op het hoofdbureau van politie Houtmansgracht, waar dingen gebeurden die de krant niet of nauwelijks haalden.

Zo ook het drama dat zich op vrijdag 12 oktober 1984 afspeelt. Om 7 uur wordt er bij een 35-jarige gescheiden vrouw en moeder van een 8-jarig zoontje aangebeld. Nietsvermoedend doet zij de voordeur open. Verbijsterd ontwaart zij twee onbekende gemaskerde mannen, die meteen de woning binnendringen. Ruw wordt de inmiddels door angst bevangen vrouw naar haar slaapkamer gesleurd, waar een van hen haar aan de verwarmingsradiator vastbindt. Door het tumult is haar zoontje wakker geworden en ziet wat er met zijn moeder gebeurt. Onverschrokken stort hij zich op de twee belagers, doch de kleine jongen is uiteraard niet opgewassen tegen twee volwassen kerels en wordt naar een andere kamer gesleept. Nadat de moeder stevig is vastgebonden en een prop in haar mond is geduwd, wordt de deur van de slaapkamer afgesloten. Het duurt twaalf uur eer de moeder zichzelf uit de touwen weet te bevrijden. In de andere kamer vindt ze het ontzielde lichaam van haar zoontje. Hij blijkt te zijn gewurgd. In shocktoestand loopt zij naar buiten en waarschuwt uiteindelijk haar ex-man en de politie.
Tot zover het verhaal van de moeder.
De agenten die naar aanleiding van de melding polshoogte nemen, treffen in de wijk Oosterwei op straat een ontredderde vrouw aan. Gezien haar psychische toestand brengen zij haar naar het politiebureau over. In haar flat vinden collega's behalve het dode jongetje duidelijk sporen van geweld. Kasten en laden zijn overhoop gehaald en de touwen waarmee de moeder was vastgebonden treffen zij in een van de slaapkamers aan. De situatie ziet er zo ernstig uit dat de recherche besluit de hulp van het Bijstandsteam Zuidwest Nederland in te roepen in de hoop dat zij gezamenlijk deze afschuwelijke moord kunnen oplossen.

De hevig geëmotioneerde vrouw is uitgebreid verhoord, doch er was geen zinnig woord uit te krijgen. Haar verklaring rammelde aan alle kanten en de rechercheurs plaatsten de nodige vraagtekens bij haar verhaal. Naast het verhoor vond een uitgebreid buurtonderzoek plaats. De zoektocht naar de twee daders leverde echter niets op. Het grote probleem voor de rechercheurs was dat, buiten de moeder van het jongetje, niemand de daders had gezien. In de loop van het onderzoek stapelden de twijfels aan haar relaas zich steeds meer op en uiteindelijk kon niet anders worden geconcludeerd dan dat de moeder als verdachte van dit misdrijf moest worden beschouwd; Ten einde opheldering in deze zaak te krijgen werd onder circa duizend buurtbewoners een schriftelijk onderzoek ingesteld.
Uit de resultaten is vast komen te staan dat op die dag geen mannen zijn gezien die voldeden aan het signalement dat de moeder had gegeven, hetgeen de twijfels over de twee gemaskerde mannen steeds meer deed toenemen.

Vooruitlopend op de resultaten van het schriftelijk buurtonderzoek is na het TV journaal van 20.00 uur op 15 oktober 1984 een extra politiebericht gewijd aan de moord op de jongen. Daarbij is het vermoedelijke moordwapen, een bagageriem, getoond en is het signalement van de vermoedelijke daders genoemd.

De vrouw is dagenlang verhoord, maar zij bleef elke betrokkenheid bij het feit ontkennen. Zelfs onder hypnose, dat met haar instemming plaatsvond, bleef zij bij haar verhaal. Tijdens de begrafenisplechtigheid van haar zoontje op de begraafplaats IJsselhof in Gouda, die door honderden belangstellenden werd bijgewoond, gaf de moeder geen krimp. De begrafenisondernemer deed nog een oproep aan de daders en getuigen van het misdrijf om zich bij de politie te melden. Alles werd uit de kast getrokken om deze zaak op te lossen. Ondanks de 100 binnengekomen tips leidde geen daarvan naar de daders.

Uiteindelijk brak op een dag het verzet en tot tranen toe bewogen bekende de moeder haar zoontje met een bagageriem te hebben gewurgd. Ze was tot deze daad gekomen omdat haar kind dagenlang onophoudelijk ongehoorzaam gedrag vertoonde en niet wilde luisteren. Hij dreigde zelfs om bij opa en oma te gaan wonen. In een vlaag van verstandsverbijstering kwam zij tot haar daad. Enigszins tot bezinning gekomen en om zich uit de situatie te redden, verzon zij het verhaal van de twee mannen die haar woning binnendrongen op zoek naar geld. Ze dichtte haar zoontje een heldenrol toe door hem de belagers van haar te lijf te laten gaan, hetgeen hij uiteindelijk met de dood zou moeten bekopen. Vervolgens zette ze een roof in scene door kasten overhoop te halen. Door de geloofwaardigheid te vergroten verwondde zij zichzelf aan handen en polsen en bond zich zogenaamd in haar slaapkamer aan de verwarmingsradiator vast. Na twaalf uur informeerde zij haar ex-man en werd de politie gebeld.

In de definitieve verklaring meldde de vrouw dat de huwelijksproblemen uit het verleden tussen haar en haar man geen enkele rol heeft gespeeld bij de dood van haar zoontje. Zij gingen, hoe bizar het ook klinkt, zelfs vriendschappelijk met elkaar om. Haar ex heeft haar in deze bizarre zaak zelfs tot aan het eind toe gesteund. De rechercheteams hebben met 22 man gedurende twee weken onafgebroken aan de opheldering van het misdrijf gewerkt. Terzake doodslag legde de rechtbank haar 5 jaar gevangenisstraf op. Haar laatste woorden ten overstaande van de rechter waren: “Ik kan het me niet voorstellen dat ik dit heb gedaan. Ik heb het beslist niet gewild”. 

Joost Visbeen
Uit bescherming van de auteur en de redactie van deze krant gebruikt Visbeen al vanaf het begin altijd gefingeerde namen. Hij gebruikt wel de volledige naam van het slachtoffer.