Siegfried Seemann

Siegfried (31) Seemann werd op 2 augustus 1910 in Aschbach geboren. Hij was koopman in brillen en monteur. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, ontvluchtte hij het naziregime en kwam naar Den Haag. Zijn vader Gustav volgde hem een paar jaar later. 

Vanaf september 1940 mochten vader en zoon als buitenlandse vluchtelingen niet meer in de kuststreek wonen. Noodgedwongen trokken ze naar Gouda. Begin februari 1941 kwam Siegfried op De la Reijlaan 24 wonen, Gustav trok een maand later in het Joods bejaardentehuis op de Oosthaven. Terwijl ze hier woonden, werd hun leven steeds verder ingeperkt door de anti-Joodse maatregelen van het bezettingsbestuur. Ook maakte het Duits naziregime hen stateloos. Siegfried besloot om te vluchten.

Begin januari 1942 probeerde hij met wat andere jongemannen op een vissersboot van Scheveningen naar Engeland over te varen. De bootreis werd verraden en de vluchtelingen werden gearresteerd. Via het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen en kamp Amersfoort kwam Siegfried uiteindelijk in Buchenwald terecht. In dit laatste kamp stierf hij op 11 juni 1942 zo jong als hij was aan een ‘longontsteking’. Zijn vader kreeg dit een maand later te horen en moest door na dit vreselijke nieuws.

Gustav werd tien maanden later opgepakt bij de grote Aprilrazzia van 9 april 1943. SS en politie laadden de medewerkers en bejaarde bewoners van het Joods bejaardentehuis op auto's en vervoerden hen naar het Goudse station. Daar wachtte hen een lange trein. Ook zo'n vijftig stadgenoten van andere adressen moesten mee naar Westerbork. ‘Ter evacuatie' zoals dat zo eufemistisch staat in een politie-dagrapport. Op 23 april 1943 kwam Gustav om in Sobibor.

Eén van de 64 Stolpersteine voor de Oosthaven toont Gustavs naam en lot. Een Stolperstein in de stoep van De la Reijlaan herinnert vanaf 23 april aan naam en lot van Siegfried.

Soesja Citroen